Das

Latijnse benaming: Meles meles

Kenmerken das

Een das is één van de grootste landroofdieren in Nederland en behoort tot de marterachtigen. Met een lengte tussen de 65 en
80 cm, de staart niet meegerekend, en zijn zwaargebouwde gedrongen lichaam en korte zwarte poten, is een das een indrukwekkende verschijning. Kenmerkend voor een das is de witte brede kop met twee brede zwarte strepen en een spitse snuit. De rug en de flanken hebben een zwart-witte vacht, de onderzijde van het lichaam is grijs tot geelwit.

Een das verblijft overdag in ondergronds gegraven holenstelsels, ook wel burchten genoemd. Burchten bestaan uit verschillende holen die door lange ondergrondse gangen met elkaar verbonden zijn. Gemiddeld zijn er 3 tot 10 ingangen en soms nog veel meer. Soms deelt een das zijn burcht met een vos. Burchten komen voor in verschillende biotopen als bosranden, houtwallen en in brede heggen, maar bij voorkeur in hoogliggend terrein of op hellingen en altijd in de buurt van gras- en akkerland en water.

In de schemering en ‘s nachts verlaat een das zijn burcht om op zoek te gaan naar voedsel. Dassen zijn alleseters. Het voedsel bestaat voor een belangrijk deel uit regenwormen die ze ’s nachts in tuinen, weilanden en open gebieden vinden. In bermen, akkerranden en slootkanten wroeten dassen vaak naar kevers en insectenlarven. Daarnaast eten ze bosvruchten, gevallen fruit, noten, eikels, knollen, klaver, gras, maïs, koren, paddenstoelen, slakken, knaagdieren en kikkers. Een das eet wel 400-600 gram per dag.

Wist u dat?

  • Een vrouwtjesdas werpt 1x per jaar een nest van 1 tot 5 jongen.
  • Een das kan goed graven, vrij snel lopen en zelfs klimmen!
  • Een das heeft geurklieren onder zijn staart, waarmee de das een muskusachtige afscheiding kan achterlaten.

Relevante documenten

Alle relevante documenten met betrekking tot de das zijn terug te vinden in de bibliotheek

Handige links

Veroorzaakte schade en overlast

Rond 1900 leefden er naar schatting 12.000 dassen in Nederland, in de jaren ’70 waren daar nog slechts circa 1200 dassen van over. Sinds de invoering van een beschermingsplan voor de das, waarbij dassen werden uitgezet, groeit de populatie weer. Op sommige plaatsen is de dassenpopulatie te hard gegroeid, wat lokaal voor problemen zorgt. Dassen brengen o.a. schade toe aan de maisteelt en ze wroeten in tuinen, weilanden, open gebieden, akkerranden, bermen en slootkanten op zoek naar wormen, kevers en insectenlarven.

Maatregelen bij schade en overlast

De voor de das geldende tips en maatregelen volgen zo spoedig mogelijk.