Tellingen

Sinds 2017 bestaat de verplichting om tellingen een rol te laten spelen bij het opstellen van faunabeheerplannen. Door middel van tellingen wordt een beeld verkregen van de wildstand in een bepaald gebied.  

Georganiseerd door WBE’s

De tellingen worden jaarlijks georganiseerd door wildbeheereenheden (WBE’s). Daartoe wordt elk jaar in maart een reeën- en damhertentelling (grofwildtelling) gehouden en in april voorjaarstellingen (een steekproeftelling en een oppervlaktedekkende telling). De verschillen tussen de tellingen worden op deze pagina uitgelegd.

FBE Fryslân ondersteunt WBE’s bij het inrichten van representatieve telgebieden en stelt via het FRS een daaraan gekoppelde registratiemogelijkheid ter beschikking. Daarnaast organiseert
FBE Fryslân jaarlijks informatiebijeenkomsten voor WBE-secretarissen, telcoördinatoren en tellers met betrekking tot de (voorjaars)tellingen. 

 

Voorkennis jagers

De jagers die bij een WBE aangesloten zijn, zijn regelmatig in de natuur te vinden. Zij kennen de telgebieden vaak al en weten ongeveer welke diersoorten binnen die telgebieden voorkomen. Hoewel alleen het aantal dieren geldt dat tijdens de verschillende telrondes geteld en genoteerd is, heeft het zeker meerwaarde dat jagers enige voorkennis hebben, bijvoorbeeld wanneer de getelde aantallen sterk afwijken van de normale waarnemingen in dat gebied. 

Bibliotheek

Ga naar onze bibliotheek voor alle informatie met betrekking tot de tellingen, zoals telinstructies, telformulieren, het aangepaste telprotocol voorjaarstellingen en de presentatie van de informatieavonden. 

Teldata 2024

Vrijdag 8 maart en
zaterdag 9 maart 2024

Grofwildtelling 2024
Telling ree en damhert

 

Zaterdag 6 april 2024 Voorjaarstellingen 2024
Steekproeftellingen en oppervlaktedekkende telling

Steekproeftellingen

  • Ochtendronde tussen 07.00 en 09.00 uur
  • Avondronde tussen
    18.15 en 20.15 uur
  • In verschillende WBE’s vindt aansluitend nog een tweede avondronde met warmtebeeldcamera plaats.

Oppervlaktedekkende telling

Start 10.00 uur of direct na afloop van de ochtendronde van de steekproeftelling. Tevens inventarisatie van aangetroffen roekenkolonies.

Aanpassing telprotocol en telsystematiek

Onvrede over voorjaarstellingen in voorgaande jaren, het ontbreken van een uniforme telmethodiek, moeilijkheden bij de interpretatie en verwerking van de telgegevens en het feit dat
FBE Fryslân dringend behoefte heeft aan meer en meer nauwkeurige data van de verschillende diersoorten(populaties) in de provincie Fryslân, hebben geleid tot een aanpassing van het telprotocol voor de voorjaarstellingen en een nieuwe telsystematiek.

Dit heeft geresulteerd in steekproeftellingen die in representatieve telgebieden worden verricht voor soorten die veelal paarsgewijs of individueel voorkomen en een oppervlaktedekkende telling voor soorten die vooral in grotere groepen en op voorspelbare plaatsen aanwezig zijn. De nieuwe telmethodiek is in nauwe samenwerking met de Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging (KJV) en de afdeling KJV Fryslân tot stand gekomen.

Steekproeftellingen (trendtellingen)

Steekproeftellingen, voorheen trendtellingen genaamd, zijn van toepassing voor soorten die individueel of in kleine groepjes op meerdere plekken in een telgebied voorkomen, zoals de wildsoorten (fazant, haas, houtduif, konijn, patrijs en wilde eend), kraaiachtigen, duiven, reigers en verwilderde soorten. Een aantal soorten die bij de steekproeftellingen geteld worden, worden ook bij de oppervlaktedekkende telling geteld, zoals de boerengans, Canadese gans, knobbelzwaan, meerkoet en de Nijlgans.

Steekproeftellingen worden, voor zover dat mogelijk is, ieder jaar op dezelfde wijze, in hetzelfde gebied en in hetzelfde weekend ’s ochtends en ’s avonds door een team van twee personen uitgevoerd. 

Elke WBE wijst een aantal telgebieden aan voor de steekproeftellingen. De gekozen telgebieden dienen representatief te zijn voor de desbetreffende WBE. In elke WBE worden zowel bebouwde als niet-bebouwde telgebieden en biotopen met en zonder beplanting ingericht. FBE Fryslân kan ondersteuning bieden bij het inrichten van de telgebieden of hier ondersteuning voor inschakelen. De telgebieden mogen niet te groot van omvang zijn, moeten duidelijk in het veld herkenbare grenzen hebben en moeten vanwege de inspanning die het tellen vergt, binnen een acceptabele telduur van 1 tot 1,5 uur geteld kunnen worden. Te voet tellen heeft de voorkeur, maar per fiets of per auto is ook mogelijk.

Om het verschil in getelde exemplaren tussen een warmtebeeldtelling en traditionele telling te kunnen vaststellen, wordt er in diverse WBE’s nog een derde telronde in hetzelfde gebied uitgevoerd met een warmtebeeldcamera.

Oppervlaktedekkende telling (faunasoortentelling)

Een oppervlaktedekkende telling of een zogeheten faunasoortentelling vindt WBE-dekkend plaats en wordt ingezet voor soorten die min of meer op voorspelbare locaties en/of in grote groepen voorkomen, zoals: ganzen, zwanen, enkele eendensoorten en meerkoeten. Met de auto of per fiets worden een aantal representatieve gebieden binnen de WBE bezocht. Als in de bezochte gebieden inderdaad een groep ganzen, zwanen, eenden of meerkoeten aanwezig is, noteren de tellers op die locatie een volgnummer op het kaartje van het telgebied. Op het bijbehorende registratieformulier wordt het geschatte aantal bij dat volgnummer weergegeven. De aantallen worden niet exact geteld, maar er wordt volgens een schema in de telinstructie per faunasoort een schatting gemaakt van het aantal dieren dat in dat gebied aanwezig is. De optelsom van de schattingen van meerdere representatieve gebieden geeft een beeld van de faunasoorten die binnen de WBE voorkomen. Bij een faunasoortentelling is het geen probleem dat niet alle individuele dieren en kleine groepjes meegenomen worden in de telling. Het gaat om het grotere geheel. 

Bij de oppervlaktedekkende telling is het zeer belangrijk dat groepen niet verstoord worden met het risico dat zij zich verplaatsen naar een aangrenzend telgebied en daar door andere tellers opnieuw geteld worden.

Registratie in het FRS

Na de tellingen registreren WBE’s hun telgegevens in het FRS. De in het FRS ingevoerde telgegevens worden door FBE Fryslân omgerekend naar een gemiddelde teldichtheid per 100 hectare telgebied, zodat de telgegevens binnen de provincie eenvoudig met elkaar vergeleken kunnen worden, zowel op WBE- en regioniveau als per biotooptype (besloten, open, bebouwd gebied of natuurgebied). De telgegevens worden, als onderdeel van het telprotocol in Fryslân, door FBE Fryslân teruggekoppeld naar de desbetreffende WBE’s, zodat de WBE´s deze gegevens kunnen gebruiken om de wildstand binnen hun WBE te monitoren.

Teldata 2024

Vrijdag 8 en zaterdag 9 maart 2024

Grofwildtelling 2024
(Telling ree en damhert)

Zaterdag 6 april 2024

Voorjaarstellingen 2024

Steekproeftelling

    • Ochtendronde tussen 07.00 en 09.00 uur
    • Avondronde tussen 18.15 en 20.15 uur
    • Aansluitend kan nog een avondronde met warmtebeeldcamera verricht worden.

Oppervlaktedekkende telling
Start vanaf 10.00 uur of direct na afloop van de ochtendronde van de steekproeftelling.