Wildaanrijdingen

Leefwijze reeën en damherten

In het voorjaar en in de zomermaanden zijn reeën territoriaal. In die periode leven reeën voornamelijk alleen, maar in de herfst- en in wintermaanden zoeken ze elkaar op. Dan leven ze samen in een groep, een reeënsprong genaamd. Na de winter gaat de sprong weer uiteen en zoeken reeën nieuwe ‘eigen’ leefgebieden.

Voor damherten geldt ongeveer hetzelfde. In de wintermaanden leven de mannetjes (herten) en vrouwtjes (hindes) meestal samen. In de lente en in de zomermaanden leven de hindes met de jongen van dit en het voorgaande jaar in aparte groepjes. Bij de herten ontstaan in de lente en zomermaanden groepjes met jonge mannetjes en groepjes met oudere mannetjes die aan de bronst meedoen. Per roedel hebben damherten vaste leefgebieden. Deze kunnen overigens wel met elkaar overlappen. Op open voedselrijke grond komen meerdere roedels bijeen om te grazen, waardoor het lijkt alsof de dieren samen een grote groep vormen.

Verplaatsing tussen leefgebieden

De leefwijze van reeën en damherten maakt het verklaarbaar dat zij zich tussen leefgebieden verplaatsen. Hierbij worden wegen gepasseerd, met alle gevolgen van dien voor de verkeersveiligheid. Materiële schade, daaruit voortvloeiende financiële schade of (zwaar) letsel bij automobilisten, passagiers en medeweggebruikers zijn helaas met enige regelmaat het gevolg. Is het dier geraakt, dan overleeft deze een aanrijding vaak niet. 

Cijfers wildaanrijdingen in Friesland

De geregistreerde wildaanrijdingen worden door FBE Fryslân verzameld en in kaart gebracht. Hierdoor ontstaat inzicht in verkeersonveilige situaties voor mens en dier in de provincie en komen zogeheten ‘hotspots’ aan het licht. Hotspots zijn risicovolle plekken of wegtrajecten waar regelmatig aanrijdingen of incidenten met wild plaatsvinden. FBE Fryslân meldt hotspots en andere onveilige (verkeers)situaties bij Provincie Fryslân, zodat er gericht veiligheidsmaatregelen getroffen kunnen worden.

Tips om een aanrijding met wild te verkleinen

  • Pas de snelheid op de omstandigheden aan, vooral in de ochtend- en avondschemering, zeker in agrarisch gebied en bosgebied.
  • Bij een snelheid van 60 km/uur kunt u nog stoppen en heeft wild nog kans om de auto te ontwijken.
  • Let op oplichtende ogen in de bermen en pas uw snelheid aan.
  • Als u een ree of een damhert ziet, houd er dan rekening mee dat meerdere dieren kunnen volgen.
  • Wijk niet uit en houd het stuur recht. Hiermee voorkomt u dat u een boom of een medeweggebruiker raakt.

Een aanrijding met wild, wat nu?

  • Bel de politie: 0900-8844 (ook als het dier niet blijft liggen). U bent verplicht de aanrijding te melden!
  • Geef de locatie van de aanrijding/het dier zo nauwkeurig mogelijk door (hectometerpaaltje, straatnaam en huisnummer, tussen kruisende wegen).
  • Geef zo mogelijk het soort wild (ree, damhert of overig wild) en het aantal dieren door.
  • Maak alleen foto’s als u daarmee uw eigen veiligheid en de veiligheid van uw medemens niet in gevaar brengt.
  • Wacht op de komst van de politie, de wegbeheerder, de valwildcoördinator of de jachtaktehouder. Rijd niet door en neem aangereden wild niet mee. Dit is strafbaar!

Wie is aansprakelijk na een aanrijding met een wild dier?

In principe is er niemand verantwoordelijk voor in het wild levende dieren. Ontstane materiële en financiële schade kan in sommige gevallen geclaimd worden bij de autoverzekering van de automobilist.

Valwildregeling

De valwildregeling is in Friesland sinds 2018 van kracht. Valwild is een term voor wilde dieren die ernstig lijden door een (verkeers)ongeval, verstrikking, beklemming, ziekte, te water raken of een ander incident, waardoor het dier zodanig gewond of verzwakt is geraakt dat er redelijkerwijs niet verwacht kan worden dat het dier nog zal herstellen. De valwildregeling heeft betrekking op diverse wilde zoogdier- en vogelsoorten (inclusief exoten en verwilderde of hybridesoorten), waaronder: reeën, damherten, dassen, vossen en zwanen.

Het valwildprotocol is begin 2025 herzien, waarin de planmatige aanpak voor de afhandeling en registratie van valwild in de provincie Fryslân is beschreven. Daarnaast heeft het college van Gedeputeerde Staten op 30 juni 2025 een nieuwe omgevingsvergunning afgegeven ter voorkoming en bestrijding van onnodig lijdende zieke, verzwakte en gewonde wilde dieren.

Valwildcoördinator

Een valwildcoördinator coördineert, monitort en evalueert de valwildregeling. Daarnaast maakt de valwildcoördinator afspraken met de verschillende betrokken partijen, zoals: de politie, gemeenten, provincie, Rijkswaterstaat, Provinciale Waterstaat, de wildbeheereenheden, terreinbeherende organisaties en de dierenambulance. Ook het informeren, instrueren en faciliteren van de door de wildbeheereenheden aangewezen valwildafhandelaars behoort tot de taken van de valwildcoördinator.

 

Valwildcoördinator FBE Fryslân

Titus Sijmonsma
T 085 007 22 15
M t.sijmonsma@fbefryslan.nl

Bibliotheek

Meer weten over de valwildregeling? Ga dan naar onze bibliotheek! 

Wat gebeurt er met het dier na een aanrijding of incident?

Dode dieren

Als een dier na een aanrijding of incident overlijdt of dood gevonden wordt, dan is de grondgebruiker (eigenaar) of de beheerder van het terrein waar het dode dier ligt verantwoordelijk voor het opruimen van het dode dier. Hiervan dient de grondgebruiker of beheerder dan wel op de hoogte gesteld te worden. Lees hier bij wie u terechtkunt voor het ophalen of opruimen van dode wilde dieren.

FBE Fryslân is een kennis- en adviesorganisatie.
FBE Fryslân heeft een meldpunt voor dode dieren, maar het behoort niet tot de taken van FBE Fryslân om deze doodgevonden dieren ook op te halen en/of op te ruimen. Lees hier waar de meldingen door FBE Fryslân voor gebruikt worden. 

Gewonde dieren

Is het dier nog in leven na een aanrijding of incident, dan wordt de valwildcoördinator of één van de aangewezen jagers voor valwild ingeschakeld. Allereerst wordt de situatie ter plaatse beoordeeld. Als het dier na een aanrijding of incident gevlucht is, wordt het dier door de valwildcoördinator of jager opgezocht om te beoordelen wat de overlevingskansen van het dier zijn. Gewonde dieren die gevlucht zijn, worden vaak met behulp van een speciaal daarvoor getrainde hond opgespoord om onnodig lijden te voorkomen.

Als het dier bij een aanrijding of incident gewond is geraakt, zijn de overlevingskansen van het dier meestal slecht en is redding van het dier niet mogelijk. Het dier wordt dan uit zijn lijden verlost. De valwildcoördinator of jager zorgt ervoor dat het dode dier opgeruimd wordt en geregistreerd wordt in het FRS.

Meldpunt doodgevonden dieren

FBE Fryslân heeft een meldpunt voor doodgevonden dieren. Meldingen van doodgevonden inheemse diersoorten komen op verschillende manieren (via Rijkswaterstaat, Provinciale Waterstaat, het FRS-systeem, de politie en particulieren) bij ons binnen. Wij verzamelen alle gegevens en registreren, interpreteren en documenteren deze.

Met uw melding helpt u ons bij het vaststellen van normale en ongewone sterfte van diersoorten en het aan het licht brengen van faunabeheerkwesties en onveilige situaties voor mens en dier. Hierbij valt te denken aan plekken of wegtracés waar regelmatig aanrijdingen met wild plaatsvinden (hotspots), aan spoorwegovergangen of aan steile oevers in watergangen waar dieren verdrinken. Indien de situatie daarom vraagt, kunnen wij een nader onderzoek instellen.

Eventuele bijzonderheden naar aanleiding van meldingen of gevaarlijke situaties worden direct doorgegeven aan het bevoegd gezag, Provincie Fryslân. De verzamelde gegevens kunnen tevens dienen ter onderbouwing van faunabeheerplannen of andere publicaties.