Meerkoet

Latijnse benaming: Fulica atra

Kenmerken meerkoet

Een meerkoet is een compacte, zwarte watervogel met een witte bles boven een spitse witte snavel, groenig gestreepte poten en rode ogen. Een meerkoet wordt ongeveer 35 à 40 cm. Meerkoeten komen voor in voedselrijke plassen, meren, sloten en parken, waar ze vooral waterplanten, gras en insecten, slakken en visjes eten. Meerkoeten verblijven het gehele jaar in Nederland, maar in de winterperiode worden de aantallen groter door de komst van overwinterende meerkoeten uit noordoostelijke streken.

Wist u dat?

  • Een meerkoet kan makkelijker over water lopen dan vliegen.
  • Een koppel meerkoeten krijgt 2 tot 3 keer per jaar een nest met 5 à 10 jongen.
  • Tijdens het broedseizoen, van maart tot in juli, verdedigen meerkoeten hun territorium fel tegen indringers.

Relevante documenten

Alle relevante documenten met betrekking tot de meerkoet zijn terug te vinden in de bibliotheek.

Handige links

Veroorzaakte schade en overlast

Er zijn veel meerkoeten in Nederland. In de herfst en winter vormen meerkoeten grote groepen. In die periode wordt de meeste schade veroorzaakt doordat de koeten op weilanden foerageren met als gevolg vraat aan gras en landbouwgewassen, zoals granen en mais, en vertrapping en vervuiling van aan water grenzend(e) akkers en grasland.

Maatregelen bij schade en overlast

De voor de meerkoet geldende maatregelen volgen zo spoedig mogelijk.